Tegen 2024 gebruiken grotere organisaties ten minste vier low-code oplossingen, zo voorspelt Gartner. Volgens Geert Waanders, productmanager bij eMagiz, niet zo gek: ‘Er is een te kort aan specialisten, terwijl de behoefte om grip te krijgen op de groeiende hoeveelheid data steeds groter wordt. Het gaat erom dat organisaties wendbaarder willen worden en door model gedreven te werken met low-code kan dat.’
‘Eén van de belangrijkste ontwikkelingen die ik zie bij klanten is dat het punt waarop ze aan de slag willen met data veel eerder komt’, vertelt Geert Waanders, productmanager bij eMagiz. ‘Het maakt niet uit of organisaties al jaren bestaan of net zijn begonnen: de tijd tussen het moment waarop ze begonnen met het verzamelen van data en het moment dat ze meer grip willen hebben op hun data wordt steeds korter.’
De visie van klanten doorzetten naar productontwikkeling
Waanders ziet de ontwikkeling als hij bij zijn klanten op bezoek gaat. Als productmanager zit hij veel bij klanten. Enerzijds natuurlijk om de producten van eMagiz uit te dragen en anderzijds om de visie en mening van klanten juist op te halen om door te kunnen zetten naar productontwikkeling. En als hij dan in gesprek is met zijn klanten, dan hoort hij over de nieuwe businessmodellen, de data die daarvoor nodig is én het gebrek aan specialisten.
‘Organisaties komen steeds sneller bij de vraag: hoe kan ik gestructureerd omgaan met data? En: hoe zorg ik dat ik beter grip krijg op die data? Ze willen bijvoorbeeld data uit het ene businessproces gebruiken voor een ander businessmodel: hoe kunnen ze die data ontsluiten? Bijvoorbeeld om met de data van vandaag te voorspellen wat er morgen gaat gebeuren en daar omheen een businessmodel te ontwikkelen.’
Voldoen aan de AVG
Maar het gaat niet alleen om interne processen: ook wordt gezocht naar een manier om data van bijvoorbeeld leveranciers of ketenpartners te verwerken in hun eigen processen. Bijvoorbeeld om zicht te krijgen over een geheel logistiek proces en daarbij grip te houden op de data en zo compliant te zijn en te kunnen voldoen aan de AVG. ‘De privacywetgeving blijft natuurlijk leidend bij de vraag of je die data wel mag gebruiken.’
Waar het om draait, volgens Waanders, is het bewustwordingsproces over data. ‘Data uit meerdere businessprocessen wordt ingezet om nieuwe businessmodellen te voeden. Maar daarvoor moet je wel weten: wat heb ik eigenlijk? Wat betekent dat? Welke kruisverbanden kan ik trekken? Het wordt steeds interessanter, omdat organisaties veel bewuster nadenken over wat ze kunnen met data die ze toch al hebben.’
Wat je allemaal kunt met data
Een voorbeeld dat Waanders aanhaalt is een boordcomputer die is geïnstalleerd om de logistieke route te kunnen volgen. ‘Maar als een bestelwagen bijvoorbeeld een uur stilstaat, dan kan je je afvragen: wat is er aan de hand? Kan je die medewerker misschien op weg helpen? Heeft hij pech? Of neem smart pallets, het is verbazingwekkend wat je allemaal kunt meten met de sensoren die daarin zitten!’
Om te voorkomen dat systemen overbelast raken door al die data, stelt Waanders voor om een event driven architecture in te richten. ‘Je hebt data en events over die data. Een event is een notificatie dat data is bijgewerkt. Een event is bijvoorbeeld het bijwerken van een adres. In een event driven architecture is die gebeurtenis leidend en wordt die gebeurtenis on demand gepusht naar de relevante systemen.’
Event driven architecture wordt leidend
Systemen hoeven met event driven architecture dus niet zelf de veranderingen op te halen, waardoor systemen worden ontlast. Daarbij geldt ook dat systemen onafhankelijk van elkaar kunnen opereren, omdat de event driven architecture leidend is. Als één systeem uitvalt, dan heeft dat geen impact op de andere systemen. En: om data uit andere systemen te gebruiken, is alleen een koppeling met de event driven architecture nodig.
De grootste uitdaging voor organisatie is alleen: hoe vinden we de mensen die ons kunnen helpen bij het benutten van onze data? ‘Ons antwoord: ga model gedreven werken’, vertelt Waanders. ‘Als je model gedreven gaat werken, werk je met een low-code oplossing die de code verbergt in blokjes waarmee mensen de processen kunnen opbouwen. Daarmee wordt complexiteit weggenomen, maar hebben gebruikers wel toegang tot de functionaliteiten.’
Bedrijfskundige medewerkers inzetten voor IT-vraagstukken
Door low-code in te zetten kunnen organisaties bedrijfskundige medewerkers inzetten: ‘Deze medewerkers zijn heel goed in het vragen stellen over het businessmodel. Vaak hebben ze ook affiniteit met IT. Met ons platform kunnen bedrijfskundige medewerkers binnen no-time aan de slag. En daarmee kan je toch in beweging komen zonder allerlei diepgravende specialisten in dienst te nemen.’
Het is dan ook niet opvallend dat Gartner low code ook als een belangrijke ontwikkeling ziet. Zo voorspellen ze dat in 2024 66 procent van grotere organisaties ten minste vier low code platformen zullen gebruiken. Tot nu toe zagen ze eveneens een groei van ongeveer 23 procent per jaar in de afgelopen jaren. ‘Het is een technologie waarmee je in beweging kan komen zonder eerst allemaal specialisten in te huren.’
Een gereedschapskist voor nieuwe businessmodellen
Het belangrijkste voordeel van low code is de wendbaarheid die het brengt voor organisaties. De medewerkers die een organisatie vaak al in dienst heeft, kunnen data snel ontsluiten en inzetten om andere businessvraagstukken op te lossen. Waanders: ‘Onze klanten krijgen een gereedschapskist die ze vrij snel kunnen gebruiken om nieuwe businessmodellen uit te rollen. Dat is de kracht van low code.’